Duizeligheid: inzichten en behandelstrategieën
Duizeligheid is een veelvoorkomend, maar complex symptoom dat varieert van kortdurende, onschuldige episoden tot signalen van ernstige pathologieën. Dit uitgebreide artikel biedt zorgprofessionals een diepgaand inzicht in diagnostiek, behandeling en screening, met nadruk op rode vlaggen, klinische voorbeelden en multidisciplinaire samenwerking.
In dit artikel komen de volgende onderwerpen aan bod:
- Inleiding
- Anatomie en het posturale controlesysteem
- Oorzaken en pathofysiologie van duizeligheid
- Symptomen en diagnostische methoden
- Behandelstrategieën: vestibulaire en cervicogene benaderingen
- Screening, patroonherkenning en uitsluiting van ernstige oorzaken (rode vlaggen)
- Praktische tips, multidisciplinaire aanpak en casuïstiek
- Literatuurlijst
- Conclusie
1. Inleiding
Duizeligheid komt frequent voor in de eerstelijns- en tweedelijnszorg. De prevalentie neemt toe met de leeftijd, variërend van circa 1,8% bij jongvolwassenen tot meer dan 30% bij ouderen. De uitdaging voor de zorgprofessional ligt in het differentiëren tussen relatief onschuldige oorzaken, zoals benigne paroxismale positieduizeligheid (BPPV), en potentieel ernstige aandoeningen zoals een cerebellair infarct, cervicale arteriedissectie (CAD) of andere neurologische en cardiovasculaire problemen. Een systematische en gefundeerde aanpak is noodzakelijk om de juiste diagnose te stellen, tijdig te handelen bij rode vlaggen en effectieve therapieën in te zetten.
2. Anatomie en het posturale controlesysteem
Balans en stabiliteit worden bewaakt door een complex samenspel van vier systemen:
- Visueel systeem: Levert ruimtelijke oriëntatie.
- Vestibulair systeem: De halfcirkelvormige kanalen en otolietorganen in het binnenoor detecteren hoofdbewegingen en veranderingen in positie.
- Cervicale proprioceptie: Mechanoreceptoren in de nek geven informatie over de positie en beweging van het hoofd ten opzichte van de romp.
- Somatosensorische input: Sensoren in voeten, enkels, spieren en gewrichten dragen bij aan evenwicht en posturale controle.
Stoornissen in een of meerdere van deze systemen, of een verstoorde integratie door het centrale zenuwstelsel, kunnen leiden tot duizeligheid en houdingsinstabiliteit.
3. Oorzaken en pathofysiologie van duizeligheid
Vestibulaire oorzaken:
- BPPV: Kortdurende, positieafhankelijke draaiduizeligheid door losgeraakte otolieten in een halfcirkelvormig kanaal. Na een paar seconden latentietijd bij de Dix-Hallpike manoeuvre treedt draaiduizeligheid op, die meestal kort (minder dan een minuut) aanhoudt.
- Ziekte van Menière: Recidiverende episoden van draaiduizeligheid, gehoorverlies, tinnitus en drukgevoel in het oor.
- Vestibulaire neuritis: Acute, langdurige draaiduizeligheid met misselijkheid en braken, veroorzaakt door een ontsteking van de nervus vestibularis.
- Vestibulaire migraine: Duizeligheid gepaard met migrainekenmerken zoals aura, fotofobie en hoofdpijn.
Cervicogene duizeligheid:
Verstoorde proprioceptieve input vanuit de cervicale wervelkolom, vaak na trauma (bijv. whiplash) of degeneratieve veranderingen, kan leiden tot duizeligheid die samenhangt met nekbewegingen. Patiënten klagen vaak over nekpijn, beperkte range of motion en soms hoofdpijn.
Overige oorzaken:
- Cardiovasculair: Orthostatische hypotensie, hartritmestoornissen, vasovagale reacties.
- Neurologisch: Cerebellaire infarcten, hersentumoren, multiple sclerose (MS), cervicale myelopathie, hydrocefalus, hersenabcessen, subarachnoïdale bloedingen, traumatisch hersenletsel (TBI).
- Ontstekingen en infecties: Meningitis, encefalitis.
- Systeemziekten en endocriene oorzaken: Pre-eclampsie bij zwangeren, metabole stoornissen.
- Vasculaire dissecties: CAD of carotisdissectie kan gepaard gaan met duizeligheid, nekpijn en neurologische uitval.
- Reumatische aandoeningen: Arteritis temporalis of polymyalgia rheumatica kunnen (indirect) duizeligheid geven.
- Medicatiegerelateerd: Antihypertensiva, antidepressiva, sedativa, langdurig corticosteroïdgebruik.
Pathofysiologisch ontstaat duizeligheid door een mismatch in sensorische input, verstoorde centrale verwerking of inadequate motorische respons voor posturale controle.
4. Symptomen en diagnostische methoden
Symptomen:
- Draaiduizeligheid (vertigo): Vaak vestibulair (BPPV, Menière, neuritis vestibularis).
- Licht gevoel in het hoofd: Mogelijk cardiovasculair, medicatiegerelateerd of angstgerelateerd.
- Onzekerheid en onbalans: Komt voor bij spierzwakte, gewrichtsproblemen, visuele stoornissen of proprioceptieve dysfunctie.
Diagnostische methoden:
- Anamnese: Detailleer aard, duur, frequentie, uitlokkende factoren (zoals hoofd- of lichaamshouding), bijkomende symptomen (oorsuizen, gehoorverlies, hoofdpijn, neurologische klachten) en risicofactoren (trauma, medicatie, inflammatoire aandoeningen).
- Klinisch onderzoek:
- Dix-Hallpike manoeuvre voor BPPV.
- Flexie-rotatietest voor cervicogene duizeligheid.
- Observatie van oogbewegingen (nystagmus), balansproeven en inspectie van de cervicale regio.
- Beeldvorming (MRI, MRA, CT): Alleen bij verdenking op ernstige pathologie (bijv. CAD, cerebellaire infarcten, hersentumoren).
5. Behandelstrategieën: vestibulaire en cervicogene benaderingen
Vestibulaire aandoeningen:
- BPPV: Repositiemanoeuvres (Epley, Semont) zijn eerste keus. Balansoefeningen versnellen herstel.
- Vestibulaire neuritis: Vestibulaire revalidatie met blikstabilisatie- en evenwichtsoefeningen. Corticosteroïden in acute fase.
- Ziekte van Menière: Dieetmaatregelen (zoutbeperking), diuretica (plastabletten), medicamenteuze symptoombestrijding en vestibulaire revalidatie.
Cervicogene duizeligheid:
- Manuele therapie (mobilisaties en manipulaties van de cervicale wervelkolom).
- Proprioceptieve training, gericht op verbetering van nekstabiliteit, coördinatie en sensorimotorische controle.
- Combinatie met vestibulaire revalidatie voor optimaal resultaat.
6. Screening, patroonherkenning en uitsluiting van ernstige oorzaken (rode vlaggen)
In een Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie (DTF)-setting is het cruciaal dat fysiotherapeuten alert zijn op ernstige onderliggende aandoeningen bij patiënten met duizeligheidsklachten. Hoewel duizeligheid vaak wordt veroorzaakt door relatief onschuldige aandoeningen zoals Benigne Paroxysmale Positieduizeligheid (BPPD), kunnen vergelijkbare symptomen ook wijzen op zeldzame maar potentieel levensbedreigende pathologieën. Een snelle en gerichte screening, het herkennen van specifieke symptoompatronen en, indien nodig, directe doorverwijzing naar de juiste specialist zijn essentieel om verergering of blijvende schade bij patiënten te voorkomen.
Relevantie voor de fysiotherapeut:
Als eerstelijns zorgverlener is de fysiotherapeut vaak het eerste aanspreekpunt voor patiënten met duizeligheidsklachten. Het is van groot belang om niet alleen de veelvoorkomende oorzaken te herkennen, maar ook alert te zijn op signalen die kunnen wijzen op ernstigere aandoeningen. Voorbeelden hiervan zijn:
-
Cervicogene klachten: Duizeligheid in combinatie met nekpijn kan duiden op een cervicogene oorzaak. Hoewel cervicogene duizeligheid op zichzelf niet levensbedreigend is, is het belangrijk om deze te onderscheiden van ernstigere oorzaken.
-
Neurologische symptomen: Symptomen zoals dubbelzien, gevoelsstoornissen of acute, ernstige hoofdpijn kunnen wijzen op cerebellaire laesies, cervicale arteriedissectie (CAD) of andere ernstige hersenpathologieën.
Een systematische benadering tijdens de anamnese en het klinisch onderzoek helpt deze alarmsignalen tijdig te herkennen.
Patroonherkenning en gerichte anamnese:
Het identificeren van specifieke klachtenpatronen vergemakkelijkt het onderscheid tussen onschuldige en ernstige oorzaken. Een grondige anamnese is hierbij onmisbaar. Vraag specifiek naar:
-
Tijdsverloop en uitlokkende factoren:
- Kortdurende, houdingsafhankelijke duizeligheid: vaak bij BPPD.
- Aanhoudende, fluctuerende of progressieve duizeligheid: kan duiden op centrale of vasculaire oorzaken.
-
Risicofactoren:
- Langdurig gebruik van corticosteroïden.
- Recent trauma.
- Voorgeschiedenis van cardiovasculaire aandoeningen.
-
Bijkomende symptomen:
- Gehoorverlies, tinnitus.
- Dubbelzien (diplopie).
- Spraak- of slikstoornissen (dysartrie, dysfagie).
- Tintelingen of gevoelloosheid (numbness).
- Ernstige misselijkheid (nausea).
- Ongecontroleerde oogbewegingen (nystagmus).
Rode vlaggen – de "5 D's en 3 N's":
De volgende symptomen zijn alarmsignalen die kunnen wijzen op ernstigere pathologie:
-
5 D's:
- Diplopie: dubbelzien.
- Dysartrie: spraakstoornissen.
- Dysfagie: slikproblemen.
- Drop attacks: plotselinge aanvallen van krachtsverlies.
- Duizeligheid van neurologische oorsprong.
-
3 N's:
- Nystagmus: ongecontroleerde oogbewegingen.
- Nausea (ernstig): ernstige misselijkheid.
- Numbness: gevoelloosheid of tintelingen.
Aanvullende alarmsignalen:
- Ernstige, plotselinge hoofdpijn ("thunderclap headache"): kan wijzen op een subarachnoïdale bloeding.
- Nekpijn en occipitale hoofdpijn met neurologische uitval: kan duiden op CAD of hoge cervicale instabiliteit.
- Visusstoornissen, ataxie, slik- en spraakstoornissen: denk aan een cerebellair infarct, hersenstamproblematiek (bijv. Wallenberg-syndroom) of hersentumoren.
- Langdurig corticosteroïdgebruik in combinatie met licht trauma (bijv. een val): verhoogd risico op CAD met acute duizeligheid en neurologische klachten.
Direct handelen bij rode vlaggen:
Bij aanwezigheid van een of meerdere van deze alarmsignalen moet de fysiotherapeut onmiddellijk actie ondernemen. In een DTF-setting is er geen voorafgaande verwijzing, waardoor de verantwoordelijkheid bij de fysiotherapeut ligt om bij verdenking op ernstige pathologie direct aanvullende diagnostiek in gang te zetten via de huisarts, neuroloog of KNO-arts. Tijdige verwijzing en beeldvormend onderzoek (MRI, MRA, CT) zijn cruciaal en kunnen levensreddend zijn.
Voorbeeld – Overlap en het belang van alertheid:
Een 34-jarige vrouw met het Ehlers-Danlos-syndroom presenteert zich met aanhoudende nekpijn, duizeligheid, een zwaar gevoel in het hoofd en de behoefte om het hoofd te ondersteunen. Daarnaast ervaart ze tintelingen in de armen en een metaalsmaak in de mond. De klachten verergeren bij hoofdbewegingen en langdurig rechtop zitten.
Bij lichamelijk onderzoek wordt hypermobiliteit van de cervicale wervelkolom vastgesteld, evenals abnormale bewegingen bij passieve rotatie en flexie. Dit wijst mogelijk op hoge cervicale instabiliteit, geassocieerd met het Ehlers-Danlos-syndroom. De combinatie van deze klachten met neurologische symptomen suggereert een verhoogd risico op compressie van de hersenstam of beginnende cervicale myelopathie.
Aanbevolen aanpak:
- Doorverwijzing naar een specialist: Beeldvorming met MRI (inclusief flexie- en extensieopnames) is essentieel om de diagnose te bevestigen en ernstige complicaties uit te sluiten.
- Fysiotherapeutische ondersteuning: Gericht op het vermijden van risicobewegingen, klachtenmanagement en stabilisatietraining van de cervicale regio. Dit draagt bij aan herstel en vermindert het risico op verdere klachten.
Samenvattend: Als fysiotherapeut is het essentieel om een goed gestructureerde screening uit te voeren, zorgvuldig klinisch te redeneren en alert te zijn op rode vlaggen. Door bewust te zijn van mogelijke ernstige oorzaken en direct de juiste stappen te zetten bij vermoeden van centrale of vasculaire pathologie, draagt de fysiotherapeut bij aan snelle interventie en optimale patiëntveiligheid.
7. Praktische tips, multidisciplinaire aanpak en casuïstiek
Holistische benadering:
Analyseer altijd de volledige kinetische keten, houd rekening met de visus, vestibulaire input, cervicale functie, cardiovasculaire stabiliteit en mogelijke neurologische betrokkenheid.
Multidisciplinair overleg:
Betrek bij complexe of onduidelijke casuïstiek andere specialismen zoals een geriatriefysiotherapeut, huisarts, neuroloog, KNO-arts, internist, of oogarts. Samenwerking verhoogt de kans op een juiste diagnose en effectieve therapie.
Patiëntvoorlichting:
Geef indien mogelijk duidelijke uitleg over de oorzaak en prognose. Betrek de patiënt in het behandelplan en geef advies over leefstijl, houdings- en balansoefeningen, voeding en mogelijke aanpassingen in de dagelijkse activiteiten.
Praktijkvoorbeeld: herkennen van cervicale arteriedissectie (CAD)
Een 68-jarige patiënt met hypertensie en hypercholesterolemie meldt zich met acute nekpijn, hoofdpijn en duizeligheid na een lichte val. Bij lichamelijk onderzoek worden tintelingen in de linkerarm en asymmetrie van de pupillen vastgesteld. Hoewel de klachten in eerste instantie op een spier- of gewrichtsprobleem kunnen wijzen, verhoogt de combinatie van symptomen en risicofactoren de kans op een cervicale arteriedissectie (CAD).
Belangrijke overwegingen:
- Symptomen zoals duizeligheid en nekpijn kunnen onschuldig lijken, maar neurologische uitval (bijv. tintelingen, anisocorie) vereist directe actie.
- Ook bij jongere patiënten zonder risicofactoren, zoals een 30-jarige sporter, moet een vermoeden van CAD leiden tot snelle beeldvorming en diagnostiek.
Aanpak:
- Directe verwijzing: Aanvullend beeldvormend onderzoek (MRI/MRA) via huisarts of neuroloog om de aanwezigheid van CAD uit te sluiten of te bevestigen.
- Samenwerking: Multidisciplinair overleg met internist en neuroloog voor verdere behandeling.
- Patiëntvoorlichting: Duidelijke uitleg over de ernst van de situatie en het belang van snelle diagnostiek en behandeling.
Conclusie:
Deze casus benadrukt de noodzaak van een grondige screening en multidisciplinaire samenwerking om ernstige pathologieën zoals CAD tijdig te herkennen en te behandelen.
8. Literatuurlijst
- Reneker, J. C., et al. (2014). Systematic review of cervical spine tests for cervicogenic dizziness. Journal of Orthopaedic & Sports Physical Therapy.
- Kristjannson, E. (2009). Cervicogenic dizziness: Diagnostic criteria and treatment. Manual Therapy.
- Treleaven, J. (2008). Sensorimotor disturbances in neck disorders. Manual Therapy.
- Reid, S. A., et al. (2017). The dizziness handicap inventory: A screening tool for vertigo. Journal of Vestibular Research.
- Furman, J. M., & Cass, S. P. (1999). Benign paroxysmal positional vertigo. The New England Journal of Medicine, 341(21), 1590-1596.
- Brandt, T., & Dieterich, M. (1994). Vestibular neuritis: Pathogenesis and treatment. Journal of Neurology, 241(8), 457-464.
- Shepard, N. T., & Telian, S. A. (1996). Practical management of the balance disorder patient. Singular Publishing Group.
- Meli, A., et al. (2007). Vestibular rehabilitation and 6-month follow-up in BPPV patients. Journal of Vestibular Research, 17(5-6), 365-372.
- Hain, T. C., & Uddin, M. (2003). Pharmacological treatment of vertigo. CNS Drugs, 17(2), 85-100.
- Dannenbaum, E., et al. (2011). Effectiveness of interventions on dizziness: A systematic review. Physiotherapy Canada, 63(1), 29-38.
9. Conclusie
Duizeligheid is een complex, multidimensionaal probleem dat uiteenlopende oorzaken kent. Een grondige anamnese, systematisch klinisch onderzoek en alertheid op rode vlaggen zijn essentieel voor een tijdige en juiste diagnose. De behandeling varieert van eenvoudige repositiemanoeuvres bij BPPV tot uitgebreide multidisciplinaire interventies bij complexe of ernstige aandoeningen. Door gedegen kennis, oog voor detail en interprofessionele samenwerking kunnen zorgprofessionals het verschil maken, de kwaliteit van leven van patiënten verbeteren en potentieel levensbedreigende complicaties voorkomen.
Praktische informatie voor bezoekers en cliënten
Bekijk onze specifieke pagina’s over BPPV, cervicale myelopathie, hoog cervicale instabiliteit en cervicogene duizeligheid, inclusief praktische oefeningen en achtergrondinformatie.
- Wil je een oefenschema voor BPPV downloaden?





