COPD en zuurstofdesaturatie: praktische inzichten

Online fysiotherapie of oefenprogramma op maat
Bekijk aanbevolen herstel- en gezondheidsproducten

Inleiding

Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) is een progressieve longaandoening die wereldwijd aanzienlijke gevolgen heeft voor de gezondheid en het welzijn van patiënten. Een kenmerkend probleem bij COPD is zuurstofdesaturatie, met name tijdens inspanning, wat kan leiden tot orgaanschade, verminderde inspanningstolerantie en een afname van de kwaliteit van leven. Voor zorgprofessionals is het essentieel om inzicht te hebben in de pathofysiologie, gevolgen en de begeleiding van deze patiënten, zodat zij een waardevolle bijdrage kunnen leveren binnen het multidisciplinaire zorgteam.

In dit artikel komen de volgende onderwerpen aan bod:

  1. Pathofysiologie van COPD en zuurstofdesaturatie
  2. Gevolgen van lage zuurstofsaturatie op orgaanniveau
  3. Overwegingen bij zuurstoftherapie en zelfmonitoring
  4. Praktische adviezen voor professionals
  5. Waarschuwing tegen overmatig vertrouwen op hulpmiddelen
  6. Rol van zorgprofessionals in multidisciplinaire zorg
  7. Literatuurlijst
  8. Conclusie

1. Pathofysiologie van COPD en zuurstofdesaturatie

COPD omvat aandoeningen zoals chronische bronchitis en emfyseem, waarbij de longfunctie progressief afneemt door beschadiging en verlies van elastisch longweefsel, ontsteking en vernauwing van de luchtwegen. Dit leidt tot een verminderde gasuitwisseling en hypoxemie (lage zuurstofniveaus in het bloed). Tijdens inspanning stijgt de zuurstofbehoefte, maar door de beperkte longfunctie kan het lichaam hier niet aan voldoen, wat resulteert in zuurstofdesaturatie. In gevorderde stadia kan desaturatie zelfs in rust optreden. Volgens richtlijnen zoals GOLD (Global Initiative for Chronic Obstructive Lung Disease) en de Nederlandse KNGF-richtlijn COPD is hypoxemie (PaO₂ ≤ 7,3 kPa of saturatie < 88% in rust) een indicatie voor langdurige zuurstoftherapie (LTOT).

2. Gevolgen van lage zuurstofsaturatie op orgaanniveau

Een langdurig verlaagde zuurstofsaturatie beïnvloedt meerdere orgaansystemen:

  • Hart: Verhoogd risico op hartritmestoornissen, pulmonale hypertensie en rechterventrikelfalen.
  • Hersenen: Bij ernstige en chronische hypoxie kunnen cognitieve stoornissen, verminderd bewustzijn en een verhoogd risico op cerebrovasculaire accidenten optreden.
  • Nieren en spieren: Verminderde doorbloeding kan leiden tot verminderde spierkracht, inspanningstolerantie en verslechtering van de nierfunctie.
  • Bloedbeeld: Chronische hypoxemie kan leiden tot polycythemie (verhoogd aantal rode bloedcellen), wat het risico op trombose verhoogt.

3. Overwegingen bij zuurstoftherapie en zelfmonitoring

  • Thuiszuurstoftherapie (LTOT): Zuurstoftherapie wordt voorgeschreven bij patiënten met bewezen chronische hypoxemie. Dit verbetert overleving, inspanningsvermogen en kwaliteit van leven. Een correcte instelling van de zuurstofflow is echter cruciaal: te weinig zuurstof leidt tot aanhoudende hypoxie, terwijl te veel zuurstof bij sommige COPD-patiënten kan leiden tot hypercapnie (verhoogd CO₂-gehalte). Veiligheid is een aandachtspunt: waarschuw patiënten niet te roken in de buurt van de zuurstofbron en volg de BTS- en KNGF-richtlijnen voor een veilige, effectieve toepassing.
  • Zelfmonitoring met saturatiemeters: Saturatiemeters zijn waardevolle hulpmiddelen, maar de meting kan worden beïnvloed door nagellak, perifere circulatie (koude handen) en techniek. Educatie is essentieel om angst voor kleine, normale schommelingen te verminderen. Leg patiënten uit dat zij de gemeten waarde in context moeten plaatsen met hun symptomen, zoals toegenomen kortademigheid of vermoeidheid. Patiënten moeten weten wanneer zij medische hulp moeten inschakelen, bijvoorbeeld bij blijvend lage saturaties of verslechtering van klachten.

4. Praktische adviezen voor professionals

  • Educatie: Leer patiënten symptomen van desaturatie en longaanvallen (toename kortademigheid, verandering in sputumkleur zoals groen of geel slijm, piepende ademhaling of koorts) te herkennen en geef duidelijke instructies om tijdig een arts te raadplegen. Bespreek het belang van therapietrouw, juiste inhalatietechnieken en medicatiegebruik.
  • Bewegingsadvies: Stimuleer regelmatige, matige beweging passend bij de belastbaarheid van de patiënt. Introduceer pacing-technieken om activiteiten te doseren en overbelasting te voorkomen. Wijs indien mogelijk op gesuperviseerde oefenprogramma’s zoals in de KNGF-richtlijn COPD geadviseerd.
  • Ademhalingsoefeningen: Diafragmatische ademhaling en pursed lip breathing (PLB) zijn evidence-based technieken om ademhalingspatronen te optimaliseren, hyperinflatie te verminderen en de inspanningstolerantie te verhogen. Daarnaast kunnen huff-technieken helpen bij sputumklaring.
  • Houdingscorrecties en manuele technieken: Optimaliseer thoracale mobiliteit en spierbalans in ademhalingsspieren. Manuele technieken en oefentherapie kunnen bijdragen aan een efficiëntere ademhaling, vermindering van dyspnoe en een betere kwaliteit van leven.
  • Raadpleeg de KNGF-richtlijn COPD: Voor uitgebreide informatie over diagnostiek, evidence-based behandelingen, oefeninterventies en praktijkgerichte adviezen is de KNGF-richtlijn COPD een belangrijke bron. Dit helpt zorgprofessionals om optimale, geïntegreerde zorg te bieden.
  • Specifiek oefenprogramma COPD: Verwijs patiënten indien nodig naar een specifiek oefenprogramma, gebaseerd op de KNGF-richtlijn COPD. Hierin staan praktische oefeningen en deskundige begeleiding beschreven, zodat patiënten ook thuis veilig en effectief kunnen trainen.

Specifiek oefenprogramma COPD

5. Waarschuwing tegen overmatig vertrouwen op hulpmiddelen

Hoewel zuurstoftherapie en saturatiemeters nuttig zijn, is het belangrijk overmatige afhankelijkheid te voorkomen. Zorgprofessionals moeten patiënten leren hun eigen lichaamssignalen te begrijpen en niet blind te vertrouwen op apparaten. Balans, bewustwording en veilig gebruik zijn hierbij sleutelbegrippen.

6. Rol van zorgprofessionals in multidisciplinaire zorg

Verschillende paramedici spelen een belangrijke rol in het verbeteren van thoracale mobiliteit, ademhalingsmechanica en algemene lichamelijke functie. Samenwerking met andere disciplines (fysiotherapeuten, diëtisten, ergotherapeuten, logopedisten, psychologen, longverpleegkundigen en indien nodig een longarts) is essentieel om een geïntegreerd, persoonlijk afgestemd zorgplan te bieden dat de kwaliteit van leven van de patiënt verbetert.

7. Literatuurlijst

  • Global Initiative for Chronic Obstructive Lung Disease (GOLD). (2023). Global Strategy for the Diagnosis, Management, and Prevention of COPD. www.goldcopd.org
  • Long Alliantie Nederland (LAN). (2022). Richtlijn COPD.
  • Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF). KNGF-richtlijn COPD.
  • Spruit MA, et al. (2013). An official ATS/ERS statement: key concepts and advances in pulmonary rehabilitation. American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine, 188(8), e13-e64.
  • McDonald CF, et al. (2016). Home oxygen therapy. Respirology, 21(5), 821-829.
  • O'Driscoll BR, et al. (2017). BTS guideline for oxygen use in adults in healthcare and emergency settings. Thorax, 72(Suppl 1), ii1-ii90.
  • Agusti A, et al. (2010). Characterisation of COPD heterogeneity in the ECLIPSE cohort. Respiratory Research, 11, 122.
  • Goërtz YMJ, et al. (2019). Fatigue is highly prevalent in patients with COPD and correlates poorly with the degree of airflow limitation. Therapeutic Advances in Respiratory Disease, 13, 1753466619878128.
  • Troosters T, et al. (2013). Improving physical activity in COPD: towards a new paradigm. Respiratory Research, 14, 115.
  • Biswas M, et al. (2020). Limitations of pulse oximetry in detecting hypoxia in patients with respiratory diseases. Lancet Respiratory Medicine, 8(12), e53.
  • Hernandes NA, et al. (2011). Reproducibility of the 6-minute walking test in patients with COPD. European Respiratory Journal, 38(2), 261-267.
  • Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). (2021). COPD: cijfers en trends in Nederland.
  • Charususin N, et al. (2016). Inspiratory muscle training improves breathing pattern during exercise in COPD patients. European Respiratory Journal, 47(4), 1261-1264.
  • ATS/ERS. (2013). Key concepts and advances in pulmonary rehabilitation. American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine, 188(8), e13-e64.

8. Conclusie

Zorgprofessionals spelen een belangrijke rol bij de begeleiding van COPD-patiënten met zuurstofdesaturatie. Een goed begrip van de pathofysiologie, het inzetten van gerichte interventies (zoals ademhalingsoefeningen, houdingscorrecties, pacing en oefenprogramma’s) en het verantwoord toepassen van hulpmiddelen zoals zuurstoftherapie en saturatiemeters zijn essentieel. Door samen te werken binnen een multidisciplinair team en te steunen op evidence-based richtlijnen, zoals de KNGF-richtlijn COPD, kunnen zorgprofessionals de kwaliteit van leven en het functioneren van patiënten met COPD aanzienlijk verbeteren.

Producten

image
image
image
image
image
image
Cookie instellingen

Wij maken bij het aanbieden van elektronische diensten gebruik van cookies.

Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op de harde schijf van uw computer wordt opgeslagen. Daarmee kunnen wij onder andere verschillende opvragingen van pagina’s van de Website combineren en het gedrag van gebruikers analyseren.

Via onderstaande instellingen kunt u aangeven welke cookies u wilt accepteren. Houd er rekening mee dat door het niet accepteren van cookies een deel van de functionaliteit van deze website niet beschikbaar kan zijn. Meer informatie over het gebruik van gegevens en de verschillende cookies vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.

+ Toon meer
- Toon minder